Code naar succes. Toegangsverleningsservice met Gerdine Keijzer-Baldé
Podcast met Gerdine Keijzer-Baldé, Algemeen directeur DICTU. Zij wordt geïnterviewd over de Toegangsverleningsservice. De dienst die zorgt dat burgers, bedrijven en dienstverleners zaken kunnen doen met de overheid.
Code naar succes. Toegangsverleningsservice met Gerdine Keijzer-Baldé
Gerdine: Het is volledig onzichtbaar, want als het zichtbaar is doen wij ons werk eigenlijk niet goed.
Robin: Welkom bij ‘de Code naar Succes’. Een podcast serie van de Rijksacademie voor digitalisering van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ik ben Robin Rotman en in deze serie duik ik in de interessantste ICT-projecten van de overheid. Wat kunnen we daar nou van leren met z’n allen?
Gerdine: Beheerst groeien. Als we de volgende stap onder de knie hebben, en we zeggen dit gaat goed, dan kunnen we weer door ontwikkelen.
Robin: Vandaag hebben we het over de toegangsverleningservice. Dat is de software achter de digitale deuren van de overheid die we kennen als DigiD en E-herkenning. En dat bespreek ik met Gerdine Keijzer Baldé. Zij is algemeen directeur van DICTU. De dienst ICT Uitvoering toegangsverleningsservice. We gaan er uitgebreid over praten, maar wat is dat?
Gerdine: Ja nou dat is iets heel moois.
Robin: Dat zal vast.
Gerdine: Ja zeker, dus daar vertel ik graag over. Het is de dienst die verzorgt dat burgers, bedrijven, instellingen met de overheid online zaken kunnen doen. Heb ik het niet over een website raadplegen. Daar heb je verder geen toegangsmiddelen voor nodig. Stel je voor je vraagt voor je huis een energielabel aan. Dat kan je elektronisch doen. Dat kun je digitaal doen. Wat je dan doet is bijvoorbeeld inloggen met DigiD. Als je een burger bent of met E-erkenning als je bedrijf bent. Maar dan ben je er nog niet. Want dan ben je wel binnen, maar waar ben je dan binnen? Op dat moment pakt toegangsverleningsservice die inlog op en die gaat kijken wie klopt hier aan de deur? Voor wie klopt die aan de deur? Die gaat vervolgens dat verkeer naar de juiste overheidsdienst brengen die hem moet ontvangen. Want ja als je voor een energielabel aanklopt bij het ministerie van Defensie, ik noem maar wat, dan ben je niet op het goede adres.
Robin: Dus jullie zijn misschien wel de belangrijkste tak van sport binnen de ICT en de overheid, maar ook de minst zichtbare?
Gerdine: Het is volledig onzichtbaar, want als het zichtbaar is hoe wij ons werk eigenlijk niet goed. Dus stel je voor je bent zo'n formulier invullen voor je energie label en je krijgt dan ingewikkelde meldingen. Dat helpt allemaal niet, dus wij zorgen gewoon dat onder de motorkap dat verkeer naar de juiste partij wordt gerouteerd. Het heet daarom ook een routeringservice. Maar ja dan weten mensen nog niet wat het is. En wie moet wel weten wat het is? Dat zijn de overheidsinstanties die online diensten aanleveren en die ze moeten aanbieden.
Robin: Dus als ik als overheidsorganisatie een dienst wil aanbieden en een website laat bouwen of zelf bouw. En ik heb daar burgers nodig of ik probeer in contact komen met burgers. Dan moet ik altijd jou even bellen van Gerdine, we hebben weer iets, wij willen aansluiten?
Gerdine: Dat ligt een beetje aan wat je aanvraag is, maar als je echt digitaal zaken wilt doen. Dus je wilt aangifte doen of je wilt subsidie aanvragen, waar je ook een belastingdienst beschikking over moet krijgen. Dan kan je bij ons aankloppen. Wij doen dit inmiddels voor elf organisaties die wij servicen. Dan moet je denken aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Moet je denken aan Agentschap Telecom. Dat zijn organisaties die vallen onder het ministerie van Economische Zaken. Wij vallen als DICTU ook onder het ministerie van Economische Zaken. Dus daarvoor is het bedacht. En wij hebben als DICTU de strategie dat als we een goede dienst hebben, dan kan die hergebruikt worden binnen de rijksoverheid. Want het is een beetje zonde om het wiel op heel veel plekken tegelijk uit te vinden.
Robin: En hoe ik als burger contact heb met jou of met de toegangsverleningsservice is via DigiD of de E-erkenning als een ondernemer ben.
Gerdine: Exact ja.
Robin: Jij bent dus de directeur van directeur van DICTU. Dus jullie doen onder meer dit, maar jullie doen ook nog andere dingen. Ben jij nou een techneut of ben jij nou wel manager? Ik stel deze vraag aan iedereen die ik hiervoor mij heb, ik vind het een leuke vraag.
Gerdine: Ja, wat een verschrikkelijke vraag is dat.
Robin: Vind je dat een vreselijke vraag?
Gerdine: Ja want ik herken me eerlijk gezegd in geen van beide, maar dat maakt niet uit. Als ik toch moet kiezen. Ik ben in ieder geval geen techneut.
Robin: Je hebt geen technische achtergrond?
Gerdine: Ik heb geen technische achtergrond, maar ik heb wel een achtergrond in vraagstukken rondom informatievoorziening.
Robin: Oh, dus het ligt wel in jouw expertise.
Gerdine: Jawel, ja.
Robin: DICTU, kun je even schetsen wat DICTU dan weer precies doet?
Gerdine: Ja de overheid bestaat uit heel veel onderdelen en wij vallen onder het ministerie Economische Zaken en Klimaat en wij zorgen ervoor dat alle digitale dienstverlening, maar ook ICT-diensten zoals bijvoorbeeld een werkplek, geleverd worden aan alle medewerkers van dat ministerie. Maar ook het ministerie van Landbouw Natuur en voedselveiligheid. Dat zit er ook bij, een paar jaar geleden was dat nog één ministerie dat is inmiddels weer gesplitst. En nog een heleboel andere diensten werken wij ook voor die onder die ministeries vallen. Het is best een groot departement en verder wat ik al zei, we hebben een aantal producten en diensten die bevallen gewoon goed. Die hebben we goed in de vingers. Die kunnen we ook bij anderen aanbieden en dat doen we ook.
Robin: Als ik het heb over ICT-projecten met verschillende mensen in dit programma ‘de Code naar Succes’ zijn het steeds twee vragen die elke keer weer terugkeren bij elk project. De één is: “gaan we dat met een Big Bang doen of doen we het langzaamaan?” Dat is nu misschien minder relevant. En de ander is: “gaan met het uitbesteden of gaan we het zelf doen?” Meestal als ze het hebben over zelf doen, dan hebben we het eigenlijk over DICTU. Zeg ik dat goed? Of vaak?
Gerdine: Ja, kijk je moet bedenken dat DICTU een dienst is binnen de Rijksoverheid waar je werk aan kunt uitbesteden, maar als je werk uitbesteedt aan een ander en je doet dat aan de markt dan werkt dat anders als dat je dat binnen de overheid doet. Want binnen de overheid vraag je dat dus eigenlijk aan een collega dienst. En daarmee voorkom je dat je bijvoorbeeld een inkooptraject of een aanbestedingstraject moet doen of dat je om de zoveel jaar een dienstverlener zou moeten wisselen.
Robin: En om de reikwijdte van jouw organisatie aan te geven. Je werkt voor elf overheidsorganisaties?
Gerdine: Ik zou het op een moment niet weten, maar ik denk wel meer dan 50 of 60 onderdelen binnen de Rijksoverheid. Je moet bijvoorbeeld bedenken dat voor de Tweede Kamer, ik neem aan dat jij daar weleens kijkt. Een debatje gemist bijvoorbeeld. Debat gemist dat is bijvoorbeeld een dienst die wij aanbieden. Dus dat heb je als argeloze gebruiker helemaal niet door. Maar dat is dus een portaal wat wij aanbieden, maar ook heel veel apps die gebouwd worden.
Robin: Kun je wat voorbeelden noemen?
Gerdine: Ja, bijvoorbeeld een app die we net hebben gebouwd voor het checken van gevaarlijke stoffen. Dus dat is een app die kan je tegen een fles chloor houden, ik noem maar is wat houden. En dan komt er zo'n symbooltje op de app, dus ook artificiële intelligentie. Die leest dat symbool en geeft vervolgens een advies van wat daar mee te doen. En die hebben wij gebouwd voor het ministerie van Sociale Zaken.
Robin: Dus jullie doen van alles, waaronder die toegangsverleningsservice. Toegangs…verleningsservice.
Gerdine: Ja, daarom hebben we het ook altijd over de TVS. Het is een rot woord hè?
Robin: Zullen we vanaf nu TVS zeggen? Oké, TVS wanneer ben je daarmee begonnen?
Gerdine: Nou het is voor mijn tijd begonnen. Een jaar of zes geleden, ik heb het net nog even nagevraagd. Het is begonnen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, RVO.
Robin: Want de ondernemers waren aan het mopperen dat de overheid ze moeilijk toegankelijk was?
Gerdine: Nee, de dienst was aan het mopperen dat er zoveel werk was om aan te sluiten op DigiD bijvoorbeeld. En als er dan weer een nieuw authenticatie middel zou komen dat daar dan ook weer iets nieuws voor gebouwd zou moeten worden.
En voor E-herkenning moest ook weer een nieuw koppelpunt worden gebouwd. Dus toen hebben een aantal mensen gedacht, goh zou het nou niet aardig zijn om generieke servers neer te zetten die het verkeer kan opvangen en op de juiste manier kan routeren.
Robin: Zodat niet iedereen het wiel opnieuw hoeft uit te vinden elke keer weer?
Gerdine: Precies en dit loonde de moeite voor de RVO, want de RVO doet heel erg veel subsidieregelingen en vergunningsregelingen. Dus die hebben dat… Laat ik zeggen voor de RVO loont het al zou je kunnen zeggen. Maar toen we hem eenmaal hadden, zijn ook andere diensten daar gebruik van gaan maken. Dus het hele veld binnen EZK en LNV gebruikt dat. En nu staan we op het punt om ook de zorgverleners aan te gaan sluiten.
Robin: Kijk eens. En wat waren dan de vereisten van het systeem? Het moest natuurlijk veilig zijn. Het moest makkelijk zijn. Dat is het eerste wat mij te binnen schiet.
Gerdine: Ik zou ook altijd beginnen met het rijtje veilig, want het gaat dus om het kunnen beoordelen, hey deze aanvraag die nu binnenkomt klopt dat? Mag deze aanvraag gedaan worden? Door deze persoon en komt die dan ook op het juiste adres binnen? Dus veilig is een belangrijke voorwaarde. Maar wat ook belangrijk is, is dat het dus meerdere kanalen kan bedienen. Dus standaardisatie is een belangrijke factor. Daarnaast moet je kunnen groeien. In het begin maak je dat nog voor een beperkt aantal toegangen. Maar het moet ook wel schaalbaar worden, want er wordt steeds meer gebruikt. Als zometeen zorgverleners er gebruik van gaan maken zal er vijftig keer zoveel gebruik van gemaakt worden.
Robin: Maar waarom moeten zorgverleners er ook op kunnen?
Gerdine: Ik vind het een heel mooi en bijzonder moment waar we op uitgekomen zijn. Het ministerie van VWS Volksgezondheid Welzijn en Sport heeft nagedacht over hoe gaan we nou zorgen dat alle zorgaanbieders, en dat zijn er veel hè? Ziekenhuizen, verzekeraars dat zijn fysiotherapeuten, huisartsen. Ik kan niet zo goed bedenken wie allemaal, maar je moet even aan deze doelgroepen denken.
Robin: Het zijn al heel wat hoor zo.
Gerdine: Die portaalfuncties aanbieden bijvoorbeeld mijn dossier in een ziekenhuis aanbieden. Die moeten onder de nieuwe wet digitale overheid, die is net goedgekeurd door de Tweede Kamer. Hij is nog niet door de Eerste Kamer, maar wel door de Tweede Kamer. Die moeten op een veilige manier toegangsdienst kunnen leveren. En toen heeft VWS nagedacht, hoe krijgen wij nou toch die 10.000 of meer zorgverleners zo ver dat ze op een makkelijke manier die toegang kunnen gaan verlenen.
Robin: En toen stak jij je vinger op?
Gerdine: Nee je moet elkaar kennen in de Overheid en Ron Rozendaal die dacht ik ken nog wel iemand. Ik heb wel eens een demo gezien en toen viel het kwartje en die is gaan buurten. En toen hebben wij niet direct ja gezegd, want wij zijn een Rijksoverheidsdienst en wij kunnen niet zomaar voor iedereen aan het werk gaan. Want dat zou een enorme marktverstoring zijn.
Als de Rijksoverheid zich gaat bewegen op een gebied wat de markt ook al doet. Dat is ook gewoon niet zoals dat het hoort. Maar VWS zei wij willen alle zorgaanbieders in Nederland aan dezelfde servers en wij kloppen bij jullie aan om dit te gaan leveren. Als de VWS ons dat vraagt en het vervolgens ook gewoon wettelijk zo geregeld is, dan willen wij dat best doen.
Robin: Dus jullie hebben een beetje de standaard gecreëerd hè? Van welke burger of welke organisatie… Als je iets met de overheid doet, dan zitten jullie daar gewoon tussen.
Gerdine: Ja, één van de twee standaarden. Daar heb ik eerlijk gezegd niet zo heel goed zicht op. Kijk één is eigenlijk geen, dat is met alles zo in de wereld. Als je altijd maar van één ding afhankelijk bent is dat een beetje lastig, maar die TVS die doet het al een aantal jaren. Dat is een bewezen dienst en die andere dienst die nog door collega's wordt gemaakt die heeft nog niet dat bereik.
Robin: Wordt het al op alle plekken ingezet waar jij wilt dat het wordt ingezet? Kun je dat zeggen? Want ik kan me best voorstellen dat er best wel overheidsorganisatie zijn waarvan je zegt die zouden eigenlijk via ons moeten lopen, maar ze zijn nog niet zo ver. Of vind je dat flauw om te zeggen?
Gerdine: Nou ik vind het… Ik zou het heel vervelend vinden als er dus bij EZK en bij LNV onderdelen zijn die zelf wat gaan zitten bouwen. Daar zijn wij nou gewoon voor opgericht. Maar bijvoorbeeld de belastingdienst heeft ook zijn eigen toegangsverleningsservicedienst. En dat vind ik eerlijk gezegd niet zo heel erg, want als het hele nou ja wat zou ik zeggen… De hele massa volume wat naar de Belastingdienst gaat in een keer bij ons erbij komt, dan lopen we ook vast.
Robin: Ja, daar is gewoon plek voor.
Gerdine: Maar nieuwe ontwikkelingen en zeker daar waar er nieuwbouwtrajecten gestart worden ja daar heb ik zo’n broertje dood. Kom dan in ieder geval maar de boel kopiëren. Dat is dan altijd nog beter dan het zelf gaan uitvinden.
Robin: En wat maakt dit nou tot een ander project dan de andere projecten die jullie hebben lopen bij DICTU?
Gerdine: Ja ander… We hebben zoveel projecten lopen. Overigens trouwens steeds minder projecten, want die projecten dat is eigenlijk vind ik zelf helemaal niet de beste manier om met IT bezig te zijn.
Robin: Oh, hoe wel dan?
Gerdine: Want iedereen wil altijd precies weten aan begin hoeveel het gekost heeft.
Robin: Ja, maar daarvan hebben we al geleerd dat dat niet te doen is natuurlijk.
Gerdine: Precies, dus hoeveel kost het en hoe lang mag duren enzovoort. De praktijk wijst uit dat je eigenlijk alleen maar in kleine stapjes vooruit kunt werken. Dus wij doen binnen DICTU echt in toenemende mate softwareontwikkeling met het modewoord agile in zogeheten DevOps teams. Dus daar zitten beheermedewerkers, maar zitten ook medewerkers die code kunnen ontwikkelen. En die werken aan activiteiten om die software te verbeteren of te vernieuwen. En dat wordt elke keer in kleine sprints gedaan. Dan hebben we het niet meer over grote projecten, maar het aansluiten van die zorgverleners in opdracht van het ministerie van VWS. Dat hebben we wel als een project aangevlogen.
Daar zitten namelijk zoveel aspecten aan. Daar zit bijvoorbeeld technisch in. Dat het volume omhoog moet. Dat het aantal raadplegingen daarvan zo enorm gaat stijgen, dan moet die niet uitvallen. Dat is natuurlijk een belangrijke, maar ook bestuurlijk is bijvoorbeeld een ander aspect. We krijgen er opeens een belangrijke opdrachtgever voor. En die heeft met al die zorgverleners te maken en hoe regelen die zorgverleners dat ze bij ons kunnen aankloppen? Dat leek ons goed om daar dan een projectorganisatie voor op te bouwen.
Robin: Ja, snap ik. Even terug naar het begin. Kun je een beetje schetsen hoe dat gegaan is, want er moest een toegangsverleningsservice komen. Dat was best wel ambitieus. Het moet een flexibel iets zijn, het moet aan de voorkant waar de burgers en ondernemers mee te maken hebben, moet het eenvoudig en degelijk zijn. En aan de achterkant moet ervan alles aan vastgezet kunnen worden.
Gerdine: Precies, ook nog dingen die we nog niet kennen. eIDAS bijvoorbeeld. Ja dat moet kunnen, maar als er een nieuw middel komt dan moeten wij dat er ook weer aan zien te knopen.
Robin: Hoe doe je dat?
Gerdine: Hoe we dat doen? Nou, dat is in eerste instantie natuurlijk heel goed in de gaten houden welke ontwikkelingen zich voordoen en dat ook goed in de gaten houden. Want niet alles wat op popt, wordt ook daadwerkelijk gebruikt.
Dus er zijn natuurlijk altijd heel veel ideeën en heel veel initiatieven en er blijven er altijd maar een paar over. Vooraan goed aan tafel zitten en in de gaten houden van welke ontwikkeling gaat het nou worden. Dus we hebben in allerlei bestuurlijke overleggen hebben de juiste mensen aan tafel om te weten wat speelt nou overal? Dat goed in de gaten houden.
Robin: Ik kan me bijvoorbeeld ook voorstellen dat het bestaan hiervan en van jouw organisatie en van deze software gewoon bij iedereen tussen de oren moet zitten. Dus als je iets bedenkt dat je gewoon weet oké, het moet in ieder geval passen op wat daar ligt. En niet dat het allemaal afgerond en klaar is en dat er dan nagedacht moet worden van hey we moeten ook nog zorgen dat er een…
Gerdine: Ja, klopt. Nou ja kijk en daarom doen we ook wel het nodige aan marketing. Maar je moet niet denken aan een marketingcampagne van de Rijksoverheid naar de maatschappij toe. Want dat is niet wat de bedoeling is, maar wel binnen de Rijksoverheid hebben we ook een team dat echt regelmatig de boer op gaat om te laten zien wat dit nou is en hoe het werkt en daar bijvoorbeeld ook een proefaansluiting of een pilot mee te kunnen doen.
Inmiddels is het binnen de Rijksoverheid wel aardig bekend. Bovendien zingt het ook rond natuurlijk hè. Als de ene collega met de andere spreekt hoe heb jij het eigenlijk opgelost? Dan zeggen ze: “dat hebben wij van DICTU. Zal ik je even in contact brengen?” Dus dat is inmiddels al aan het lopen. Maar ik ben er eerlijk gezegd niet zo op uit om zoveel mogelijk te doen. Want als wij het ergens van moeten hebben, dan is het van betrouwbaarheid en degelijkheid. Meer en meer en meer is niet altijd de goede ontwikkeling. Dus een beetje beheerst groeien, als we weer de volgende stap onder de knie hebben. En we zeggen van dit gaat goed, dan kunnen we weer door ontwikkelen.
Robin: Dit is natuurlijk niet echt een project. Het is een ongoing proces neem ik aan. Aan welke kant is het het lastigst? Is dat aan de kant van het nieuwe ding wat eraan gekoppeld moet worden? Waar ze dus klaar moeten zijn om aan jullie gekoppeld te worden? Of moeten jullie vaak nog bijschaven zodat zij op jullie passen zeg maar?
Gerdine: Nou ja technisch, omdat het al 5 jaar volledig in bedrijf is, hebben we dat echt wel uitgedokterd. Dus het aansluiten en het aankoppelen technisch daar hoor ik eigenlijk nooit meer hoofdbrekens op. Dat hebben we gehad. Bovendien hebben we natuurlijk contacten met ook de IT-afdelingen van die organisaties die moeten aansluiten. Nou en daar hebben we aansluit protocol op. En als je daar dan even met elkaar over praat. Even komt uitleggen wat je moet doen, is dat niet het moeilijkste.
Wat ik wel lastig vind is dat er zit bijvoorbeeld een beperking op licenties. Je moet licenties aankopen van de software die er weer onder ligt. Want wij maken binnen de overheid een aantal dingen zelf, maar we gebruiken natuurlijk ook heel veel vanuit de markt. Dus dan moeten de licenties uitgebreid worden. Dingen als hoeveel licenties verwachten we nou? Moeten we nou voldoende aankopen of moeten we daar voorzichtig mee zijn? Dus dat financiële dat kan ik samenvatten als een financieel risico. Kijk op moment dat wij 10.000 licenties kopen en die ontwikkeling valt stil. Ja dan gaat iemand later roepen hoe kunnen ze nou 10.000 licenties gekocht hebben, want dat is natuurlijk niet goed omgaan met belastinggeld. Dus dat is een belangrijk punt en wat ik sowieso wel het meest lastige vind, maar dat is gewoon op het interdepartementale circuit. Als meerdere partijen aan tafel komen, dan is het altijd de vraag wie gaat erover? En soms hebben partijen de neiging een besluit te nemen waar ze helemaal niet over gaan. En ja dan word je geconfronteerd met afslagen.
Robin: Maar daar zal inmiddels ook een soort logica ontwikkeld zijn als ze met jullie iets willen gaan doen?
Gerdine: Nou ja we hebben het we hebben behoorlijk hoog in de boom verankerd traject. Het is begonnen binnen EZK toen was allemaal te overzien. Inmiddels is het wel eigendom van het ministerie van EZK, maar die overlegt met de PSG van het ministerie van VWS, maar ook met hier Marieke van Wallenburg. De DG die hier overgaat om tot een beheerst gebruik hiervan te komen. Wij hebben bijvoorbeeld gevraagd, die verankering in de wet Digitale Overheid, want dat is hartstikke leuk dat DICTU hierin investeert. Bijvoorbeeld ook de IT-systemen die veel robuuster gemaakt moeten worden. Servers die bijgekocht moeten worden. Daar komt heel wat achter weg, dat we er wel zeker van kunnen zijn dat we zo'n investering niet voor niks doen. Omdat iemand op een gegeven moment denkt nou ik vind het niet meer zo leuk, ik doe niet meer mee. Snap je?
Robin: Als jij nou naar de toekomst kijkt, dan kun je wel voorspellen dat er steeds nieuwe toepassingen bijkomen en dat het groeit. Maar als je nou kijkt naar de innovatie van het systeem zelf, waar liggen dan nog jouw wensen of je ambities?
Gerdine: Ja nou ja kijk weet je hoe platformonafhankelijker, hoe beter.
Robin: Hoe bedoel je dat?
Gerdine: Nou ja kijk wij moeten natuurlijk die verschillende inlog middelen kunnen ontvangen. Nou dat kunnen we wel, maar wij hebben ook een platform zelf in huis waar je op moet kunnen aansluiten. Als we daar meer variatie, meer smaken…
Robin: Hoe bedoel je een platform zelf in huis?
Gerdine: Het platform zelf in huis, dus dat is dus eigenlijk een hele set aan middelen van technische infrastructuur en software. Wat wij hebben al die verschillende componenten, dat we daar ook nog wat meer variatie in kunnen bieden. Dus dat ontwikkelen we gewoon.
Robin: Maar wat heeft dat dan voor praktische voordelen voor de toekomst?
Gerdine: Nou dat wij niet afhankelijk zijn van één leverancier bijvoorbeeld. Dus op die manier…
Robin: Maar dat is heel technisch, maar als bijvoorbeeld kijkt naar de service die je wilt bieden aan andere gebruikerskant. Kun je daar nog een klapper maken?
Gerdine: Ja kijk, wij hebben natuurlijk regelmatig overleg van zit nou aan de voorkant, dus de gebruiker die het benut. Zitten daar gebruikerswensen in? Die nemen we gewoon in het team op en zo wordt de toegangsverleningsservice steeds verder doorontwikkeld. Dus daar hebben we wel een in geregeld proces voor.
Robin: Welke wensen komen er dan nog aan?
Gerdine: Dat weet ik zo op dit moment niet. Dat heb ik nou niet bij me.
Robin: Moet het misschien overzichtelijker zijn of moet het duidelijker zijn?
Gerdine: Ja kijk er zijn bijvoorbeeld dingen als… In het hele aansluitproces die men bijvoorbeeld ingewikkeld kan vinden of waar wij in het ministerie een bepaalde routine op ontwikkeld hebben die voor die zorgverleners eigenlijk heel vreemd is. Dit zijn dingen waar we naar kijken zijn. Hoe maken we zo'n aansluit proces nou het meest simpel?
Robin: Dit programma heet ‘de Code naar Succes’. Wat is nou de code van het succes achter de toegangsverleningsservice?
Gerdine: Dat het een goed idee is.
Robin: Dat het een goed idee is?
Gerdine: Dat het echt een goed idee is. En dat dit idee wordt hergebruikt en dat vind ik echt wel uniek want ik zie binnen de Rijksoverheid, trouwens elders zie ik het ook niet zo, heel weinig discipline om eerst eens als je wat begint te kijken van wat hebben anderen al. Je zou toch denken dat doe je toch? Want wie zit er nou te wachten op meer werk, extra werk. Het zijn allemaal risico's die je loopt. Maar binnen mijn eigen dienst is het ook zo hoor. Heel veel organisaties hebben het idee, dat kan ik toch het allerbeste zelf. Die beginnen gewoon opnieuw.
Robin: En de code van het succes is dat jullie eindelijk iets bedacht waar iedereen mee uit de voeten kan. Je kan het zo overnemen. Het scheelt geld, het scheelt tijd, scheelt mankracht.
Gerdine: Absoluut dat is heel belangrijk, maar ook dat we aan tafel de mensen hebben weten te organiseren, weten uitnodigen die dat hergebruikt. Dat die het ondersteunen en die dat ook vasthouden. Ook bij tegenwind. Dat is dus de code tot succes, daar ben ik van overtuigd.
Robin: Gerdine Keijzer Baldé, algemeen directeur van DICTU. Dank je wel.
Gerdine: Ik vond het heel leuk om te doen, dankjewel.
Robin: Luister ook de andere afleveringen van: ‘de Code naar Succes’ terug over de lessen die we kunnen leren van de ICT-projecten van de overheid.