Microlearning Duurzaamheid - Lezing Anda 1

ANDA MICROLEARNING_1
 
(Intro met abstracte beelden met daaronder een korte begintune.)

(In beeld verschijnt de tekst: 
microlearnings
Duurzaamheid)

(Mevrouw Anda Counotte staat voor de camera in een verder lege kantoorruimte en begint een monoloog. Gedurende deze monoloog komt er af een toe een ondersteunende afbeelding in beeld.)

(In beeld verschijnt de tekst:
Anda Counotte
onderzoeker Green IT, Open Universiteit)

ANDA COUNOTTE: Heb je je weleens afgevraagd of je computer eigenlijk groen is? Heel lang hebben we gedacht dat IT een heel schoon vakgebied is, maar ongeveer sinds 2008 zijn we ons ervan bewust dat IT net zo vervuilend is als de luchtvaart.

(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel Groene IT – en enkele steekwoorden uit het verdere betoog.)

Sinds 2008 is daar ook nog Facebook en bitcoin enzovoort bijgekomen. Dus vandaar dat het vakgebied
groene IT is ontstaan. De definitie daarvan is: 

(In beeld verschijnt een afbeelding met steekwoorden rond de definitie van groene IT.)

'Groene IT is een combinatie van activiteiten die de negatieve impact van IT op het milieu minimaliseren en de positieve impact optimaliseren.' We hebben het dus over het milieu, dus vandaar dat we eerst eens even een klein uitstapje naar milieukunde gaan doen. Want wat is eigenlijk het probleem?

(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel Wat is het probleem? – en enkele steekwoorden uit het verdere betoog.)

Het probleem is dat er maar één aarde is en als die op is, dan is hij op. Dat onderkenden ze in 1972 met het rapport van de Club van Rome en het ontstaan van de milieubeweging. En vanaf ongeveer 1980 is milieukunde een eigen vakgebied, een interdisciplinair vakgebied waarbij de bètakant zich bezighoudt met hoe het met de stoffen en de kringloop zit en de gammakant zich bezighoudt met de actoren en de samenleving, bijvoorbeeld milieucommunicatie en zo.

(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel Broeikaseffect – en enkele steekwoorden uit het verdere betoog.)

De aarde is een gesloten systeem en dat betekent dat er allemaal kringlopen zijn. En een belangrijk voorbeeld is de koolstofkringloop. Die zien jullie in het schema. We zien dat CO2 en water, dus koolstofdioxide en water door planten aan elkaar gekoppeld worden, onder invloed van licht, dan ontstaan er suikers. Dat zijn koolwaterstoffen, koolhydraten, en die kunnen door de mens weer opgegeten en gemetaboliseerd of verbrand worden. Dan ontstaat er weer CO2 en water, wat vervolgens door planten weer terug omgezet kan worden. We leven op de aarde vanwege dit proces.
Door de CO2 hebben we een broeikaseffect. Maar doordat we te veel CO2 krijgen, doordat de kringloop uit balans is, krijgen we een versterkt broeikaseffect en daardoor een stijging van de temperatuur op aarde.

(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel Reality of Climate Change – en een schema van de oplopende cijfers.)

In het volgende schema kun je ook heel mooi zien hoe die rode lijn langzaam maar zeker oploopt.
Bedrijven spreken met elkaar af om hun uitstoot te verantwoorden en gaan dat dus netjes boekhouden.

(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel Uitstoot boekhouden: GHG protocol – met enkele categorieën uit het protocol.)

En om die reden zijn er dus regels opgesteld hoe ze dat precies moeten verantwoorden: Wat hoort er namelijk bij het bedrijf en wat hoort er niet bij het bedrijf? Bij het bedrijf hoort dan de scope 1, dat is de directe uitstoot uit hun eigen bron. Daar vallen de leaseauto's onder en de gasverwarming.
Scope 2 is de indirecte uitstoot, bijvoorbeeld door de elektriciteit die mensen inkopen en gebruiken.
Die elektriciteit wordt dan opgewekt vanuit fossiele brandstoffen. En scope 3 is de indirecte uitstoot
door activiteiten. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan het reizen, dienstreizen, maar ook woon-werkverkeer. En we zien dus dat CO2-uitstoot ontstaat bij alle processen waarbij we fossiele brandstoffen gebruiken. En nou zijn er een hele hoop mogelijkheden om energie op te wekken,
zonder dat je bijvoorbeeld CO2-uitstoot krijgt, maar eigenlijk hebben alle manieren van energie
opwekken een eigen nadeel en probleempunt. In het volgende schema zie je dat allemaal. Daar staat het allemaal op een rijtje gezet. 

(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel Energiebronnen en problemen – met daarin verschillende energiebronnen en bijbehorende problemen en toepassingen.)

Aardgas, steenkool en aardolie geven CO2. Bij biomassa is het probleem dat het soms om voedsel gaat, 
waardoor mensen minder te eten hebben of dat er ontbossing als probleem komt. Bij zonnepanelen is er grondstof. Bij kernenergie is er radioactief afval. En zo is er eigenlijk bij iedere vorm van energie die je opwekt wel een probleem, waar dus ook een oplossing voor bedacht moet worden.

(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel Oplossing energie – en enkele steekwoorden uit het verdere betoog.)

Dat betekent dat het belangrijkste is dat je zo min mogelijk energie gebruikt en als je energie wilt gebruiken, dat je ofwel de uitstoot compenseert, ofwel 'm groen opwekt.

(Outro met abstracte beelden en korte eindtune.)

(In beeld verschijnt de tekst:
microlearnings
Duurzaamheid)

(Het laatste beeld bevat het logo van de Rijksoverheid met daaronder de tekst:
Deze microlearning is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Leer- en Ontwikkelcampus (LOC) van UBR, de directie CIO Rijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BKZ) en de Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO))