Proportionaliteit inmenging
Naast de legaliteit van de inmenging moet worden gekeken naar de proportionaliteit van de inmenging. In de wet wordt dat verwoord als: Het moet noodzakelijk zijn in een democratische samenleving. Voor proportionaliteit is het belangrijk dat je kijkt tussen de verhouding van het middel enerzijds en het doel anderzijds. Proportionaliteit valt uiteen in drie deel-vereisten. De geschiktheid van het middel, de subsidiariteit, dat betekent: is dit het lichtste alternatief - en uiteindelijk de belangenafweging.
RADAR 6_PROPORTIONALITEIT INMENGING
(Intro met abstracte beelden met daaronder een korte begintune.)
(In beeld verschijnt de tekst:
microlearnings
Privacy)
(De heer Tijmen Wisman staat voor de camera voor een tafel in een verder lege kantoorruimte en begint een monoloog.)
(In beeld verschijnt de afbeelding van een hamer boven een walnoot – met de titel: Proportionaliteit/Noodzakelijkheid.)
TIJMEN WISMAN: Naast de legaliteit van de inmenging moet worden gekeken naar de proportionaliteit van de inmenging. In de wet wordt dat verwoord als: Het moet noodzakelijk zijn in een democratische samenleving.
(In beeld verschijnt de tekst:
Tijmen Wisman
universitair docent, Vrije Universiteit Amsterdam)
Voor proportionaliteit is het belangrijk dat je kijkt tussen de verhouding van het middel enerzijds en het doel anderzijds. Proportionaliteit valt uiteen in drie subvereisten.
(In beeld verschijnt een afbeelding van de drie subvereisten – met de titel: Subtesten evenredigheid in de doctrine.)
Je hebt de geschiktheid van de inmenging, je hebt de subsidiariteit, dat betekent: is dit het lichtste alternatief - en je hebt uiteindelijk de belangenafweging. Dat is eigenlijk het grote vraagstuk van de proportionaliteit. Hoe verhoudt het middel zich tot het doel? Wat betreft de geschiktheid is het dus belangrijk dat een middel wel degelijk kan werken om een doel te bereiken. Als je kijkt naar dataverwerkingen, moet de dataverwerking wel geschikt zijn om het doel te bereiken. Een goed voorbeeld van een geschikte maatregel is bijvoorbeeld een flitspaal bij een verkeersovertreding. U rijdt met 55 kilometer per uur. U mag 50. Er wordt een foto genomen, uit de foto blijkt dat u 5 kilometer te hard gaat, dat is 'n geschikt middel om iets te controleren. Maar, een kleine waarschuwing is op z'n plaats. Er beginnen zich steeds meer initiatieven te tonen, ook op Europees gebied, van dataverwerkingsoperaties waarvan je je kan afvragen of ze geschikt zijn. Zo is er bijvoorbeeld het initiatief iBorderCtrl. IBorderCtrl betekent dat je bij migranten die de EU binnen willen komen, dat die via een virtuele avatar een gesprek voeren.
(In beeld verschijnt een afbeelding van een virtuele avatar.)
In dat gesprek moeten ze vragen beantwoorden. Terwijl ze de vragen beantwoorden, is de camera aan het kijken hoe ze hun hoofd bewegen. Dat noemen ze 'micro-gesture analysis'. Er zijn universiteiten bij betrokken, douanes. En op basis van die micro-gesture analysis gaan ze kijken of de persoon die de antwoorden geeft, betrouwbaar is. Het probleem is, dat de wetenschap waar die correlatie op gebaseerd zou moeten zijn, niet bestaat. Dat betekent dat je pseudowetenschap aan het bedrijven bent. En al kan je heel veel met data, je moet altijd heel kritisch blijven of je nu daadwerkelijk data aan het gebruiken bent om iets aan te tonen wat je wetenschappelijk kan verantwoorden of dat je gewoon bezig bent met een soort pseudowetenschappelijke correlatie die toevallig klopt en waar bijvoorbeeld uit blijkt dat iedereen die rijdt in een zwarte Volkswagen Golf fraude pleegt. En dit voorbeeld is niet uit de lucht gegrepen.
(In beeld verschijnt weer de afbeelding van de drie subvereisten – met de titel: Subtesten evenredigheid in de doctrine.)
Subsidiariteit is het vereiste dat je het lichtste alternatief inzet. Het wordt ook wel gezegd: Je moet niet een noot kraken met een moker als je ook een notenkraker kan gebruiken. Binnen de verwerkingen van data kan dat ook relevant zijn. Je kan bijvoorbeeld veel te veel data gebruiken om te komen tot een bepaald doel, terwijl je eigenlijk veel minder data nodig hebt. De evenknie van subsidiariteit in het gegevensbeschermingsrecht is daarom ook dataminimalisatie. Het derde subvereiste is de belangenafweging. Dat je kijkt: Hoe verhoudt het middel zich tot het doel? Dat je dus niet met, om weer een metafoor te gebruiken, een kanon op een mug gaat schieten. Dat zijn de drie subvereisten
van proportionaliteit. En als je denkt: Dat klinkt een beetje vaag en een beetje moeilijk, dat klopt. Juristen zijn er ook niet altijd over uit. Maar het is een concept wat je kan gebruiken bij het inrichten van dataverwerkingsoperaties om te denken: Gaan we eigenlijk niet veel te ver hier om een heel klein probleem op te lossen? Hoe verhoudt het middel zich tot het doel?
(Outro met abstracte beelden en korte eindtune.)
(In beeld verschijnt de tekst:
microlearnings
Privacy)
(Het laatste beeld bevat het logo van de Rijksoverheid met daaronder de tekst:
Deze microlearning is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Leer- en Ontwikkelcampus (LOC) van UBR, de directie CIO Rijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BKZ) en de Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO))