Wanneer kun en wil je hybride werken?
Ingezoomd wordt op de uitkomsten van een onderzoek naar telewerken en gebouwgebruik bij de Rijksoverheid. Daarbij werd gekeken wat belangrijk is bij kwalitatief goed telewerken en wat de randvoorwaarden en belemmeringen zijn.
(Intro met abstracte beelden met daaronder een korte begintune.)
(In beeld verschijnt de tekst:
microlearnings
Duurzaamheid)
(Mevrouw Anda Counotte staat voor de camera in een verder lege kantoorruimte en begint een monoloog. Gedurende deze monoloog komt er af een toe een ondersteunende afbeelding in beeld.)
(In beeld verschijnt de tekst:
Anda Counotte
onderzoeker Green IT, Open Universiteit)
ANDA COUNOTTE: Als we kijken naar groen door de IT-processen, groene IT door de processen, dan zijn er voor alle bedrijven gelijksoortige processen...
(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel Groen door IT-processen – met een aantal steekwoorden die in het verdere betoog worden toegelicht.)
zoals het proces van telewerken, het proces van het gebouw, wat kleiner kan zijn of beheerd kan worden, het energiegebruik, het materiaalgebruik, maar er zijn ook sectorspecifieke processen. Als je bijvoorbeeld denkt aan het onderwijs, dan kan IT ingezet worden voor online lesgeven. Als je denkt aan precisielandbouw, dan kun je daarvoor remote sensing gebruiken. Als je een pakketbezorger bent, dan kun je de route laten optimaliseren door IT-systemen en zo min mogelijk kilometers rijden en dus zo min mogelijk CO2 uitstoten met je pakketbezorgauto. En de bloemenveiling kun je bijvoorbeeld ook digitaliseren. Dan hoeven bloemen niet eerst naar Aalsmeer gebracht te worden, maar kunnen ze rechtstreeks van daar waar ze gekweekt worden naar daar waar ze verkocht worden. Met twaalf masterstudenten, twee groepen van masterstudenten, heb ik in 2018, dus voor corona, en in 2020, dus tijdens corona, onderzoek gedaan naar groen door IT, namelijk naar telewerken en gebouw.
(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel Groen door IT: Telewerken + gebouw – met enkele gegevens uit het onderzoek dat in het verdere betoog worden toegelicht.)
Vier van die studenten werkten bij de Rijksoverheid. Dat gaf ons een inkijkje in hoe het bij de Rijksoverheid is. Zij gingen aan de slag met de vraag: hoe kan door telewerken de CO2-uitstoot worden verlaagd, terwijl de kwaliteit van het werk behouden blijft? En als je dan kijkt 'hoe zit dat nou eigenlijk
met die CO2-uitstoot bij de Rijksoverheid?', dan heb ik een rapport uit 2019 van de bedrijfsvoering. En de Rijksoverheid heeft ruim 119.000 fte in dienst. Dat is ongeveer ruim 1 procent van Nederland. En hun uitstoot is 571.000 ton CO2. Dat is ongeveer 2 promille van Nederland, dus het is een heel schone sector. En als je dan kijkt 'waar stoten ze dan hun CO2 mee uit?', dan is dat voor een derde ongeveer
voor woon-werkverkeer en vliegreizen en bijna twee derde voor het gebouw, voor de elektriciteit in het gebouw en voor de gasverwarming in het gebouw. Dus het heeft zeker wel nut om eens goed te kijken naar hoeveel daar bespaard kan worden. Maar je wilt natuurlijk als werkgever ook dat er kwalitatief goed werk verricht wordt. De studenten zien in de literatuur een aantal factoren die bevorderend en een aantal factoren die belemmerend werken. En waar mensen blij van worden, dat moet je proberen zo veel mogelijk te bevorderen.
(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel Aspecten telewerken: theorie + praktijk – met een opsomming van positieve en negatieve aspecten van telewerken die in het verdere betoog worden toegelicht.)
En wat mensen als een belemmering zien, een nadeel dat moet je proberen zo veel mogelijk weg te nemen. En er zijn een aantal randvoorwaarden. En die verschillende factoren kun je ook nog indelen naar of het voor het bedrijf geldt of voor het team geldt, of voor het individu, of voor heel Nederland.
En de randvoorwaarden, dat zijn onder andere veilige toegang tot data en afspraken over werktijden en ergonomische thuiswerkplekken. Wat bijvoorbeeld heel erg opviel, ik ga niet alle dingen in het schema helemaal behandelen, maar wat heel erg opviel, was: Vóór corona waren zowel de literatuur
als de geïnterviewde experts van mening, als je thuiswerkte dat je dan productiever was, maar na corona was men ervan overtuigd dat je door heel veel alleen maar thuiswerken minder productief wordt, want juist door die contacten bloei je op en word je enthousiast en ga je lekker hard doorwerken.
(In beeld verschijnt een afbeelding met de titel Leerpunten tbv hybride werken – met een opsomming van een aantal leerpunten die in het verdere betoog worden toegelicht.)
Dus als we nu hybride gaan werken in de toekomst, als corona achter ons ligt, dan zouden we de volgende leerpunten daarvoor kunnen meenemen. Het eerste leerpunt is dat je overal hoort, dat medewerkers een ontzettende hekel hebben aan kantoortuinen. En uit het onderzoek bleek, en ik vond het wel leuk dat de CIO van het Rijk dat ook aangaf, dat je face to face nodig hebt om vertrouwen op te bouwen en om kennis met elkaar te delen, heb je vertrouwen nodig. Je hebt meer gevoel van presence. Dat betekent ook dat dat beter is voor je carrièremogelijkheden. En om te innoveren, moet je brainstormen en brainstormen kun je ook beter face to face. Dus wij kwamen erop uit dat succesfactoren voor het hybride werken én verminderen van de CO2-uitstoot zouden kunnen zijn dat teams samen op het bedrijf zijn, maar dan wel de hele dag en niet voor een halfuurtje hun CO2-uitstoot de lucht in blazen, dat er een reserveringssysteem komt voor werkkamers, dat brainstormende vergaderingen face to face gebeuren, dat er een ergonomische werkplek is -
en dat je op werkdagen bloktijden hebt, zodat je weet wanneer je elkaar kunt bereiken en dat je een aantal uren ook vrij mag invullen.
(Outro met abstracte beelden en korte eindtune.)
(In beeld verschijnt de tekst:
microlearnings
Duurzaamheid)
(Het laatste beeld bevat het logo van de Rijksoverheid met daaronder de tekst:
Deze microlearning is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Leer- en Ontwikkelcampus (LOC) van UBR, de directie CIO Rijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BKZ) en de Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO))