Toegankelijkheid heeft ook een sociaal- en fysiek aspect
Toegankelijkheid gaat breder dan alleen digitaal. Het heeft ook een sociaal- en fysiek aspect. Sociale, fysieke en digitale toegankelijkheid hebben met elkaar gemeen dat het een niet zonder het ander kan. Het is natuurlijk leuk als je een heel mooie, digitaal toegankelijke website hebt, maar als je vervolgens niet gebruik kan maken van de dienst of het gebouw niet binnen kan, dan kan iemand nog steeds geen gebruik maken van jouw diensten.
*MUZIEK SPEELT*
(Beeldtekst:
microlearnings Toegankelijkheid)
(Beeld:
Tamara Visser verschijnt in beeld)
TAMARA VISSER - PROJECTLEIDER STICHTING ACCESSIBILITY:
Ik ben Tamara Visser. Ik werk voor Accessibility en ik zet me in voor een inclusieve samenleving waarin alle mensen mee kunnen doen, met of zonder een beperking. Dit doe ik onder andere door te werken aan de sociale, fysieke en digitale toegankelijkheid.
(Beeldtekst:
Sociale toegankelijkheid, fysieke toegankelijkheid, digitale toegankelijkheid)
TAMARA VISSER:
Dus, nou ja, toegankelijkheid gaat dus breder dan alleen digitaal. Het heeft dus ook een sociaal en een fysiek aspect. Sociale, fysieke en digitale toegankelijkheid hebben met elkaar gemeen dat het een niet
zonder het ander kan. Het is natuurlijk heel leuk als je een heel mooie,
digitaal toegankelijke website hebt, maar ja, als je vervolgens niet gebruik kan maken van de dienst of het gebouw niet binnen kan,
dan kan iemand nog steeds geen gebruik maken. En andersom ook: als je een heel toegankelijk gebouw hebt waar alles op orde is en mensen weten het niet, want het staat niet op je website, nou ja, dan kan je daar geen gebruik van maken. Maar wat zet je dan op zo'n website, hè? Want welke informatie deel je dan over je fysieke en sociale toegankelijkheid?
Wat is fysieke toegankelijkheid? Mensen met een beperking moeten,
net als ieder ander mens, gebruik kunnen maken van de openbare ruimte, van openbare gebouwen, van woningen, nou ja, en alles wat je eigenlijk daarbij kan bedenken. Maar ze moeten ook zelf kunnen kiezen waar ze hun tijd doorbrengen. Dat betekent dus ook dat ze zelfstandig gebruik moeten
kunnen maken van de overheidsdiensten. Een goed toegankelijk gebouw heeft bijvoorbeeld een herkenbare ingang die iedereen kan gebruiken. Bij fysieke toegankelijkheid denk je eigenlijk aan bereikbaarheid, betreedbaarheid en bruikbaarheid.
(Beeldtekst:
Bereikbaarheid – Betreedbaarheid - Bruikbaarheid)
TAMARA VISSER:
Bereikbaarheid gaat dan over: kan iedereen er gemakkelijk komen
en is die info dan ook goed beschikbaar?
(Beeldtekst:
1. Bereikbaarheid; Kan iedereen er gemakkelijk komen, en is de informatie goed beschikbaar?)
TAMARA VISSER:
Of bij de betreedbaarheid: kan iedereen gemakkelijk het gebouw of de ruimte binnenkomen?
(Beeldtekst:
2. Betreedbaarheid; Kan iedereen gemakkelijk het gebouw of de ruimte binnenkomen?)
TAMARA VISSER:
En bruikbaarheid, nou ja, het spreekt eigenlijk een beetje voor zich:
is het gebouw of product of dienst gebruiksvriendelijk?
(Beeldtekst:
3. Bruikbaarheid; Is het gebouw, product of dienst gebruiksvriendelijk?)
TAMARA VISSER:
Dan hebben we natuurlijk ook nog de sociale toegankelijkheid. Bij sociale toegankelijkheid gaat het met name om: hoe ga je met elkaar om? Als iets sociaal toegankelijk is, betekent dat eigenlijk dat je goed te woord wordt gestaan en dat je makkelijk aan de juiste informatie kan komen.
(Beeldtekst:
Iedereen goed te woord staan - Iedereen komt makkelijk bij de juiste informatie)
TAMARA VISSER:
Bovendien wordt deze informatie op een begrijpelijke en toegankelijke manier aangeboden.
(Beeldtekst:
Informatie is begrijpelijk en toegankelijk voor iedereen)
TAMARA VISSER:
Voor sociale toegankelijkheid is bewustwording en bejegening eigenlijk heel belangrijk.
(Beeldtekst:
Bewustwording en bejegening zijn daarbij belangrijk)
TAMARA VISSER:
Bewustwording kan je natuurlijk op verschillende manieren voor elkaar krijgen, waaronder ook bijvoorbeeld: ga eens in iemand anders' schoenen staan. Of eigenlijk letterlijk: ga eens in iemand anders z'n rolstoel zitten, verken je gebouw op die manier.
Maar je kan ook bijvoorbeeld een visuele beperking simuleren. Daarvoor kan je een app gebruiken, zoals de Bartiméus ZIEN-app, die ook kan laten zien wat het is om glaucoom te hebben.
(Beeld:
Er wordt een voorbeeld getoond van het effect op het zicht van de ZIEN-app, met bovenin de titel Glaucoom)
(Beeldtekst:
Probeer eens de ZIEN-app van stichting Bartiméus)
TAMARA VISSER:
En daarmee kan je eigenlijk je hele fysieke ruimte ook bekijken door de ogen van iemand met een visuele beperking.
Dus toegankelijkheid gaat verder dan digitaal, maar wat nu? Nou, in de digitale wereld heb je ook een toegankelijkheidspagina. En wat zet je dan op die pagina? Idealiter zet iedereen alles op eenzelfde, eenduidige manier op zo'n pagina. Maar goed, elk gebouw en dienst is anders,
dus, nou ja, dat is natuurlijk niet helemaal haalbaar. Mijn advies zou zijn: begin met de praktische info.
(Beeldtekst:
Begin met de praktische informatie)
TAMARA VISSER:
Hoe kom ik er? Wat is de dichtstbijzijnde halte? Waar zijn de tax... Is er een taxistandplaats? Waar is de toegankelijke parkeerplaats? Maar ook: Hoe kom je binnen? Hoe vind ik de ingang? Nou ja, soms is er, bijvoorbeeld als je rolstoelgebonden bent, een andere ingang. Moet ik daar aanbellen? Moet ik daarvoor met iemand van tevoren contact opnemen?
(Beeldtekst:
Vermeld hoe en waar mensen vragen kunnen stellen over de toegankelijkheid)
TAMARA VISSER:
Ook is het handig om te vermelden waar mensen vragen kunnen stellen over de toegankelijkheid en dat dat op meerdere manieren gebeurt, dus dat bijvoorbeeld mensen even een e-mail kunnen sturen, een belletje kunnen
doen of een toegankelijk contactformulier, waar ze hun vragen kwijt kunnen over de toegankelijkheid.
Met dit soort praktische informatie help je iemand natuurlijk heel erg om z'n eigen keuze te maken om gebruik te maken van de dienst of niet. Natuurlijk kan je niet alle informatie hier kwijt, dus moet er ook een mogelijkheid zijn om vragen te stellen, want iedereen is immers anders,
dus sommige mensen hebben net andere informatie nodig dan de gebruikelijke informatie die je daar deelt.
Wees ook vooral eerlijk in de informatie die je deelt. Ook als iets niet toegankelijk is, wil iemand dat graag weten.
(Beeldtekst:
Vermeld ook wanneer je weet dat iets niet toegankelijk is)
TAMARA VISSER:
Natuurlijk past niet alle informatie op een toegankelijkheidspagina,
dus zorg ook dat je bereikbaar bent voor mensen, zodat ze hun vragen nog kunnen stellen die ze eventueel nog hebben over de toegankelijkheid.
(Beeldtekst:
Ruimte voor vragen stellen op verschillende manieren - Bijvoorbeeld via e-mail, telefonisch of een (toegankelijk) contactformulier op de website)
TAMARA VISSER:
Doe dat op verschillende manieren, bijvoorbeeld per e-mail, telefoon
of een toegankelijk contactformulier, zodat iedereen de vragen kan stellen die hij nog heeft en op die manier ook de keuze kan maken om gebruik te maken van de dienst of niet.
*MUZIEK SPEELT*
(Beeldtekst:
microlearnings Toegankelijkheid)
(Beeld:
Beeldmerk Rijksoverheid verschijnt in beeld)
(Beeldtekst:
Deze microlearning is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Leer- en Ontwikkelcampus (LOC) van UBR, de directie CIO Rijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de RijksAcademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO).